Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die op het [19]geklank der luit kwinkeleren, [en] bedenken zichzelven instrumenten der muziek, [20]gelijk David; 19. Hebr. op, of naar den mond; dat is, naar de wijze en aanleiding van het luiten- of psalterspel, hunne stem op het fijnste en vaardigste weten te breken, dat men noemt kwinkeleren, of kwinken, kwinkelen, kwedelen, en bij de muzikanten [recht naar het Hebr. woord] heet verminderen. 20. Passende [naar de wijze van ijdele wereldse mensen] het geestelijk heilig werk van den koninklijken profeet David op hun vleselijke weelde en dartelheid.